Er zijn verschillende oorzaken waarom je wagen trager laadt dan verwacht:
1. Je wagen
-
Temperatuur van de batterij
Een koude batterij zal trager laden dan een ‘warme’ batterij. Bij verschillende wagens zal de batterij extra voorverwarmd worden als je je routebegeleiding instelt naar een snellader (DC). -
Batterijpercentage
Als je batterij bijna leeg is, zal deze veel sneller kunnen opladen dan een batterij die nog bijna vol is. De laatste 10 à 20% zal altijd aan een lagere snelheid laden. Dit beschermt je batterij tegen oververhitting en helpt de levensduur te behouden. -
(Manuele) instellingen in de wagen
Je kan ook zelf instellen in de wagen aan welke snelheid je maximaal wenst te laden en tot welk niveau je de batterij wil opladen.
Ook is het zo dat een full EV wagen sneller kan laden dan een hybride. In de meeste gevallen ondersteunt een hybride maximaal 3,7 kW.
2. Het laadstation
-
Maximale laadstroom die is ingesteld
Het type netaansluiting (230 V monofasig, 230 V driefasig, 400 V driefasig + nulgeleider) alsook de sterkte van je thuisinstallatie (maximale stroom van je hoofdautomaat (Ampère)) spelen een belangrijke rol in de maximale laadstroom die je laadstation kan opbrengen. -
Active load balancing
Om je thuisinstallatie te beschermen, zal het laadstation de laadstroom ook verlagen als er grootverbruikers (sauna, inductiekookplaat,…) actief zijn in de woning.
Op grotere laadlocaties kan er ook een smart charging network toegepast worden. In functie van o.a. de bezetting van de laadstations beïnvloedt dit ook de laadsnelheden. -
Type kabel waarmee het laadstation is aangesloten op de thuisinstallatie
We adviseren een voedingskabel 5G6. Bij lagere draadsecties (bv. 5G2,5) beperk je het vermogen / de laadsnelheid.
3. Digitale meter
Als de P1-poort niet (meer) geactiveerd is, heeft dit ook een invloed op de laadsnelheid van het laadstation. Het laadstation gaat in een soort safe-mode omdat het informatie verwacht van de P1-poort rond het energieverbruik in de woning, maar ontvangt die info niet.
Bij verandering van energieleverancier is het gebruikelijk dat de P1 poort wordt gedeactiveerd.
Lees hier hoe je de P1-poort kan (her)activeren
4. Energiemanagement systeem
Het laadstation wordt aangestuurd via een extern energiemanagement systeem. Load balancing, peak shaving, green charging (o.b.v. energie via de zonnepanelen),…. beïnvloeden de laadsnelheid.
5. De meegeleverde laadkabel
Het type kabel dat meegeleverd is bij je wagen is ook een bepalende factor in de laadsnelheid.
Laadkabel 5G6
Door dit type kabel kan er maximaal 32A vloeien per geleider of fase. In onderstaande afbeelding zie je de invloed van de maximale laadstroom, type netaansluiting en type wagen op het maximale laadvermogen.
Formule voor maximum laadvermogen bij 1 fasig + 3 fasig zonder neuter:
230V x maximum laadstroom (A) = laadvermogen (kW)
Uitzondering: In de meeste gevallen ondersteunt een hybride wagen max. 3,7 kW
Formule voor maximum laadvermogen bij 3 fasig met neuter:
√3 x 400V x maximum laadstroom (A) = laadvermogen (W)
Uitzondering: De meeste full EV ondersteunen maximum 11 kW bij een AC-laadstation
Laadkabel 5G2,5
Door dit type kabel kan er maximaal 20A vloeien per geleider of fase. In onderstaande afbeelding zie je de invloed van de maximale laadstroom, type netaansluiting en type wagen op het maximale laadvermogen.
Formule voor maximum laadvermogen bij 1 fasig + 3 fasig zonder neuter:
230V x maximum laadstroom (A) = laadvermogen (kW)
Uitzonderingen:
- Op het moment dat het laadstation monofasig of 3fasig zonder neuter gaat laden, kan je maximaal aan 4,6 kW laden.
- In de meeste gevallen ondersteunt een hybride wagen max. 3,7 kW
Formule voor maximum laadvermogen bij 3 fasig met neuter:
√3 x 400V x maximum laadstroom (A) = laadvermogen (W)